Max Verstappen niet te spreken over organisatie virtuele 24 uur van Le Mans

| door Sven Rietkerk

F1 coureur Max Verstappen heeft de virtuele Le Mans gestaakt. Er was nog vijf en een half uur te rijden en de Nederlander ging met zijn Team Redline zonder problemen aan kop. Na een verstoring met de server van de race, verloor Verstappen heel veel plekken.

Na de verbinding te hebben hersteld, bleek dat de #1 Team Redline op de veertiende positie was beland en de plek niet terug zou krijgen. Opvallend genoeg kregen een aantal voertuigen die eerder die nacht de verbinding verloren wél hun plek terug. Verstappen was niet te spreken over deze gang van zaken:

"Je bereidt je vijf maanden voor om te proberen dit kampioenschap te winnen, je leidt het kampioenschap, je probeert deze race te winnen waar je je twee maanden op voorbereidt en ze gaan er zo mee om...", aldus Verstappen.

"Mensen worden nog steeds losgekoppeld, en nu werden wij natuurlijk ook op een gegeven moment geraakt, en dan gaan ze er gewoon niet mee om, want ze hebben nog meer mensen nodig om los te koppelen."

"Eerlijk gezegd is het een grap, dit kun je geen evenement noemen, een clownsshow. Daarom kan de auto beter met pensioen, want zes uur lang in P15 rondrijden heeft voor iedereen geen zin.

"Het is een schande voor alle moeite die we als team hebben gedaan. Ik hoop echt dat de organisatoren goed nadenken over waar ze deze race neerzetten, want op dit platform gaat het niet werken.

"Dat is het, game over. Ik denk dat als ik naar Vegas ga en naar het casino ga, ik meer kans heb om te winnen."

Lees ook

Verstappen was niet de enige die last had van problemen tijdens de race. De server waarop werd gespeeld draaide in rFactor en had vaak last van problemen. Zo waren er twee rode vlaggen vanwege een DDoS-aanval en was de verbinding voor veel coureurs te vaak weg.

Het is nog afwachten of Verstappen inderdaad nooit meer deze virtuele race zal rijden. In het verleden heeft de Nederlander vaker dit soort uitspraken gedaan om daar later op terug te komen.

Lees het artikel op de mobiele website

Net binnen

Bekijk meer artikelen